Hoog boven de besneeuwde bergtoppen, waar de lucht ijl en helder is, vloog een majestueuze arend genaamd Kaelan. Zijn vleugels waren breed en krachtig, zijn ogen scherp als messen, en zijn hart klopte in harmonie met de ritmes van de natuur. Kaelan was de koning van de lucht, maar hij wist dat zijn ware kracht niet alleen in zijn vleugels lag. Het was iets anders – iets wat hij niet kon zien, maar wel kon voelen: frequenties.
De Stilte in de Lucht
Arenden staan bekend om hun vermogen om urenlang te zweven op thermiek – opstijgende warme luchtstromen die hen moeiteloos naar grote hoogten brengen. Kaelan had geleerd dat vliegen niet alleen ging om kracht of snelheid, maar vooral om luisteren. Luisteren naar de frequenties van de wind, van de aarde onder hem, en zelfs van zijn eigen hartslag.
Op een dag voelde Kaelan een vreemde trilling in de lucht. Het was subtiel, een lage toon die door zijn veren rilde. Er sto